Duurzame meetlat
De duurzaamheid van gebouwen meten we met behulp van een door prof. dr. ir. Jos Lichtenberg ontwikkelde duurzame meetlat: FEEGVOF. Deze duurzame meetlat is zo praktisch opgezet dat medewerkers van organisaties na instructie en oefening ook zélf gebouwen op duurzaamheid een score kunnen geven.
Flexibel / aanpasbaarheid
Gebouwen hebben een langer leven en bedienen gebruikers beter als ze aanpasbaar zijn voor veranderend of wisselend gebruik. Aanpasbare gebouwen genereren aanzienlijk minder afval.
Energie
Gebouwen die minder of per saldo geen energie verbruiken, besparen fossiele brandstoffen.
Exploitatiegestuurd
Beslissingen over investeringen gebeurt op basis van total cost of ownership (TCO). Beperken van onderhoud, overlast, waardeontwikkeling van vastgoed, effecten op ziekteverzuim en arbeidsproductiviteit maken deel uit van deze analyse.
Gezondheid
Gebouwen zorgen voor een gezond en comfortabel leef- en werkklimaat. Waar noodzakelijk bieden ze een ‘healing environment’. Elementen als licht en lucht (zeer goede ventilatie) spelen daarbij een belangrijke rol. Dat geldt ook voor een goede akoestiek (nagalmtijd) en contact met de natuur (omgeving, groen).
Veiligheid
Gebouwen zijn veilig door onder meer sociale controle, overzichtelijkheid, goede verlichting en vluchtwegen. Dit betreft zowel veiligheid in het gebruik, het veiligheidsgevoel en meer specifiek de brandveiligheid bij mensen met verminderde zelfredzaamheid.
Omgeving
Gebouwen hebben geen negatieve impact op de omgeving zoals: lawaai, windeffecten, geur en beschaduwing. Ze nodigen uit en zijn open en toegankelijk, ook voor mensen met beperkingen. Ze dagen uit tot beweging door bijvoorbeeld trappen, oplaadpunten voor e-bikes en stallingen. Gebouwen helpen bij oriëntatie: ze zijn voorzien van goede richtingaanduidingen.
Footprint
De realisatie en exploitatie van het gebouw laat een lage footprint na. Gebouwen zijn met materiaalbesparende bouwtechniek gerealiseerd, de bouwdelen en producten zijn herbruikbaar, de materialen recyclebaar. Er wordt bewust omgegaan met water (leiding- en regenwater).